Met een paar kleine aanpassingen kan iedere sporter waterskiën en/of wakeboarden. De Nederlandse Watersku & Wakeboard Bond begeleiden sporters met een beperking op het water met deskundige kennis. Er zijn verschillende materialen die gebruikt kunnen worden tijdens deze sporten. Bij waterskiën zijn er verschillende vormen voor een wedstrijdreglement:
Slalommen
Het slalommen kent enkele aanpassingen voor de verschillende sportgroepen. De normale slalombaan wordt uitgerust met een smallere slalombaan of inner course. Hier liggen de boeien maar 6,4 meter van het vaarkanaal waar de normale afstand 11,5 meter bedraagt. Deze baan wordt voornamelijk door zitskiërs gebruikt. In een verder stadium gebruiken ze echter ook de buitenbaan (slalompiste klassiek skiën).
Skiërs met een visuele beperking gebruiken een audioslalom. Zij werken met fictieve boeien d.m.v. geluidssignalen. De skiër kruist de hekgolven en skiet verder tot het geluidssignaal afgaat. Dan draait de skiër naar de andere zijde van de hekgolf en herhaalt dit tot hij de zes signalen binnen de opgelegde tijd heeft behaald.
De snelheid van de boot is hetzelfde als bij de klassieke slalom. De minimumsnelheid voor de vrouwen is 28 km/u en voor de mannen 31 km/u. De maximumsnelheid voor de vrouwen is 55 km/u en voor de mannen 58 km/u.
Figuren
figuurskiën lijkt veel op die in de reguliere competitie. Net als daar moeten sporters binnen een bepaalde tijdspanne (2x20 seconden) zoveel mogelijk figuren uitvoeren. Dit kan zowel op een normale figuurski, een zitski als op een board. De toegekende punten voor de figuren zijn afhankelijk van welke ski de sporter met een beperking gebruikt.
Springen
Ten slotte hebben we nog het springen. De schans in het springen voor personen met een beperking ligt lager dan in de 'klassieke' discipline. De schanshoogte ligt op 1m25, 1m50 of 1m65. Personen met een visuele beperking krijgen een begeleider mee die hen begeleidt en instructies mag geven tot aan de schans. Zelfs personen met een zitski gaan deze uitdaging niet uit de weg.